![]() |
| Binnenhof geteisterd door vogelplaag. |
In dit werkcollege vond een debat plaats rond het thema ‘Nieuwe Media en Politiek’. De volgende stelling stond centraal:
‘Het gebruik van sociale media door politici heeft een positieve inhoud op de inhoud van het politieke debat onder mensen van 18 t/m 35 jaar.’
In plaats van enkel één voor- en tegenpartij, werd dit debat gevoerd door één voorstander, één tegenstander en nog één tegenstander (die anders ‘tegen’ was dan de eerste tegenstander). De voorzitster lichtte de stelling toe. Ze gaf aan dat er gekozen was voor deze specifieke leeftijdscategorie, omdat de mensen die er binnen vallen, vaak nog geen vaste politiek partij hebben; die keuze wordt vaak pas later gemaakt. Toen duidelijk werd wat de structuur van het debat zou zijn, was ik zelf erg benieuwd naar het punt ‘vrij debat’. Dit hield namelijk in dat het publiek ook mee mocht debatteren.
De voorstander gaven aan dat het gebruik van de sociale media door burgers ervoor kan zorgen dat zij dichter bij politici komen te staan. Ook zou het gebruik ervan ervoor hebben gezorgd dat de politiek transparanter is geworden.
De tegenpartij voerde aan dat de sociale media momenteel niet juist worden gebruikt; in plaats van een middel om het debat te bevorderen, worden ze gebruikt als marketingtool. Op een facebookpagina van een bepaalde politiek partij staat bijvoorbeeld vooral wanneer er weer een event plaatsvindt of wanneer er iets over hun op televisie is. Er wordt geen actief en inhoudelijk debat gevoerd. De sociale media zouden ook geen effect hebben op de inhoud van het debat, omdat de burgers hun informatie vooral van buiten deze media halen. Het feit dat veel tweets niet worden geretweet vormt voor de tegenpartij ook het bewijs dat ze ook geen effect hebben.
In het ‘vrije debat’ greep ik mijn kans om iets in te brengen tegen de tegenpartij, aangezien veel van hun argumenten niet valide achtte. Zo vroeg ik mij af waar zij het bewijs vandaan haalden dat de sociale media geen effect hebben op de inhoud van het debat. Mijn vraag was dan ook: hoe weten jullie nou wat er aan de hand van tweets allemaal wel niet gebeurd? Het kan toch zijn dat er na aanleiding van een tweet van Femke Halsema (zonder dat deze wordt geretweet) een ontzettend kwalitatief en diepgaand debat ontstaat in een willekeurige huiskamer. Hier had de tegenpartij geen antwoord op en mijn inziens stond of viel hun standpunt juist met dit punt. Tijdens het debat had ik wel vaker het gevoel dat er veel claims werden opgevoerd, maar dat de evidence en/of de warrant niet lekker in elkaar zaten, of helemaal niet werden benoemd.
Ergens was het een goed debat, omdat het ook het publiek aanzette tot debatteren. Persoonlijk participeerde ik echter vooral uit frustratie. Dit is misschien sterk uitgedrukt, maar tijdens het debat had ik erg het gevoel dat de partijen weer langs elkaar heen praatten en vooral bezig waren met het zo goed mogelijk presenteren van hun eigen argumenten. Er werd veel herhaald door beide partijen,en hierdoor had ik het gevoel dat het debat af en toe stilstond. Dit kwam ook naar voren in de evaluatie na afloop van het debat. Toen werd ook gezegd dat het goed zou zijn geweest, als de voorzitter had geweten wat de argumenten van de partijen waren; zodat zij tijdens het debat een soort rode draad had kunnen aangeven. De stelling bleef wederom niet vrij van kritiek. Vanuit het publiek werd de vraag gesteld: wat bedoelen jullie precies met ‘politiek debat’? Er ontstond verwarring toen duidelijk werd dat het begrip verschillend was geïnterpreteerd. Al met al kan ik zeggen dat ik het debat interessant vond, maar het werd af en toe niet zorgvuldig genoeg gevoerd.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten