
In het tweede werkcollege werd het eerste debat gevoerd. In dit debat stond de volgende stelling centraal:
Het delen van auteursrechtelijk beschermde muziek moet volledig vrijgegeven worden.
Bij de evaluatie bleek dat deze stelling voor sommigen in het publiek niet helemaal duidelijk was. Gelukkig heeft dit tijdens het debat er niet toe geleid dat men langs elkaar heen praatte; beide partijen wisten goed wat de stelling precies inhield. Hieruit blijkt een goede voorbereiding. Ze hadden ervoor gekozen om het debat op conventionele wijze op te zetten: beide partijen (voor en tegen) kregen de kans om hun standpunt te verhelderen, hierna konden beide partijen op het standpunt van te ander reageren en ten slotte hielden beide partijen hun slotpleidooi. Deze opzet zorgde voor een ordelijk debat, alhoewel het de vraag is in hoeverre er van een debat gesproken kan worden. De partijen waren namelijk enkel aan het woord wanneer het hun beurt was. Hierdoor ontstond er helaas geen levendige interactie. Mijns inziens wordt juist tijdens een ‘gezamelijke beurt’ duidelijk wie er sterker in zijn of haar schoenen staat. Aangezien het veel lastiger is om een aanval direct af te weren, dan minuten later tijdens je eigen beurt (wanneer het moment suprême ook eigenlijk al voorbij is). Ik vind het dus erg jammer dat een dergelijk moment ontbrak.
Sterk aan het debat vond ik het gebruik van de klok. De twee partijen wisten continue precies hoeveel (of eigenlijk: hoe weinig) tijd ze nog hadden om hun punt(-en) te maken en dit zorgde ervoor dat men snel terzake kwam. Men verloor zichzelf door de beperkte tijd niet in eindeloos ingewikkelde argumentatiestructuren. Dit hield het ook voor het publiek overzichtelijk. Door de indeling in ‘beurten’ werden beide partijen verzekerd van tijd om hun punt te maken; ze konden niet overschreeuwd worden door de (eventueel) retorisch sterkere tegenpartij. Daarnaast hadden de deelnemers nagedacht over hun kleding. Ik ben van mening dat een representatief uiterlijk bijdraagt aan het kunnen ‘verkopen’ van je punt, dus ik vind het verstandig dat ze hierover hebben nagedacht.
Tijdens het debat hield de voorzitter zich op de achtergrond. In dit geval was dat ook prima, aangezien het debat niet veel sturing nodig had. De debatteerteers wisten immers door de ordelijke opzet precies wanneer ze het woord hadden en wat hen in de desbetreffende ronde te doen stond. Af en toe nam hij het woord en vroeg hij om verduidelijking van het één of het ander, maar dit kwam ietwat geforceerd over. Dat hij dit deed was echter volledig begrijpelijk, aangezien dit een debat was waar een beoordeling van een docent bij hoorde; participeren was daarom (ook voor hem) een must. In de grondregels voor een goed debat komt naar voren dat de voorzitter veel invloed heeft op de inhoudelijkheid van het debat. Hij moet de deelnemers tot de orde roepen als ze afdwalen, irrelevante informatie betrekken en het debat weer op gang brengen wanneer het dreigt vast te lopen. De voorzitter in dit debat was zich hier volgens mij terdege van bewust en hij hield het debat dan ook nauwlettend in de gaten. Helaas voor hem, maar gelukkig voor de beide partijen was het niet nodig dat hij ingreep.
De ‘tegen-partij’ bestond uit twee studentes met een kalme en evenwichtige uitstraling. Zij verdedigden de muzikanten en de platenmaatschappijen. De ‘voor-partij’ bestond uit een dame en heer met een ietwat fellere debatteerstijl, iets wat ik mij goed kon voorstellen aangezien ze een standpunt verdedigden wat in studentenland (volgens mij) dominant is. Zij stonden aan de kant van de zogenaamde ‘piraten’. Beide partijen konden veel bronnen aanhalen ter ondersteuning van hun standpunt, waardoor ze beide geloofwaardig waren. Als ik moet kiezen wie volgens mij het beste uit het debat is gekomen, ga ik voor de voorstanders. Zij kwamen net wat zelfverzekerder over en het leek alsof zij hun argumenten telkens niet iets sneller paraat hadden dan de andere partij. Hier moet ik aan toevoegen dat beide manieren van debatteren in een debat goed kunnen werken en dat een meer agressieve stijl niet altijd overtuigender is. Voor het eerste debat van deze cursus vond ik het goed gestructureerd en interessant om naar te luisteren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten