donderdag 7 oktober 2010

HC 2, Gastspreker Tim Kuik - ‘Spreken voor een zaal piraten’



Gastspreker in dit tweede hoorcollege was de heer Tim Kuik. Hij is de voorzitter van Stichting Brein, een Nederlandse organisatie die strijdt tegen de schending van het auteursrecht. Of zoals zij zelf op hun website aangeven: “Stichting BREIN bestrijdt intellectueel eigendomsfraude namens auteurs, uitvoerende kunstenaars, uitgevers, producenten en distributeurs van muziek, film, video en interactieve software. BREIN speurt naar on- en offline piraterij, neemt civiele actie en levert informatie en expertise voor strafrechtelijke actie door strafrechtelijke autoriteiten zoals FIOD-ECD en Politie.” (website Stichting Brein).
In zijn presentatie kwam aan bod wat der werkwijze van de stichting is, wat ze de afgelopen tijd hebben bereikt en wat volgens hen de oplossing is van het huidige ‘probleem’. Hij sprak over de zogenaamde ‘oude’ en ‘nieuwe’ wereld, met de laatste verwijzend naar de huidige maatschappij. In de oude wereld gold het principe: de consument is klant en de handelaar is de ‘piraat’. In de nieuwe wereld heeft de consument de rol van piraat op zich genomen. Hij (of zij) is enkel afhankelijk van toegang tot het internet om zelf aan illegale bestanden, audio of video, te komen.
De enige oplossing volgens hen is een legaal alternatief aanbieden en tegelijkertijd de handhaving van het opsporen en tegengaan van het gebruik van ongeautoriseerde content op internet.In het college legde Kuik uitvoerig uit hoe het er aan toegaat op het internet van vandaag de dag (wie vormt de aanbod- en wie de vraagzijde) en hij besprak uitgebreid wat de tactiek van de stichting is om piraterij aan te pakken. Te weinig werd er over hun invalshoek van het ‘probleem’ gepraat. Of het überhaupt bestaat? Zijn uitgangspunt was: het is tegen de wet om gebruik te maken van de ongeautoriseerde content die op internet te vinden is, dus overtreders moeten hard worden aangepakt.

Mijns inziens is die visie nogal beperkt. Vooral als je bedenkt dat er veel te doen is over de status van de auteursrechtwet in de huidige samenleving. De Nederlandse auteurswet uit 1912 is helaas nog niet genoeg geüpdate, aangezien hij eigenlijk nog niet eens is aangepast aan het tape-recorder-tijdperk (zo’n 30 jaar geleden) en al helemaal niet aan het huidige internettijdperk. Er wordt geen rekening mee gehouden dat de huidige technologieën er nou eenmaal voor zijn gemaakt om te kopiëren (iets wat Tim Kuik ook aangaf in zijn presentatie), zodat de gebruiker het materiaal met anderen kan delen. Denk aan de jongeren die in de jaren ’80 liedjes opnamen van de radio en aan de jongeren van nu die continue de nieuwste hits downloaden en eventueel ook bewerken. Waarom? Omdat het kan. Of zoals Liquid Liquid bassist Richard McGuire heeft gezegd: “You cant keep creativity down. There will always be new ways, combinations of things that come out.”(McLeod, 83), toen hij het had over de mashups (liedjes die ontstaan door bestaande nummers te deconstrueren en samen te voegen, iets wat volgens de wet dus niet is toegestaan). En dat is nou precies waar het hem in zit. Zolang de mogelijkheid bestaat om muziek of films te downloaden, te bewerken en te delen, zal het ook gebeuren. Het kromme is dat mediaconglomeraten (platenlabels als Sony) de zogenaamde schending van het auteursrecht van hun artiesten proberen te bestrijden, terwijl ze ondertussen ook CD-branders en bandrecorders produceren: ‘.. they’re directly profiting form the very technology that they claim is hurting them..” (Rodman & Vanderdonckt, 253). Ook werd er geen aandacht gegeven aan het feit dat ‘.. the health of the [music] industry’s sales depends heavily on the free circulation of music through the culture.’ (Rodman & Vanderdonckt, 248). Het economische argument dat de makers van (in dit geval) muziek geld mislopen door piraterij op internet, blijkt dus minder valide dan het in eerste instantie lijkt.
Daar komt bij dat het oorspronkelijke idee van de wet is om artiesten en kunstenaars te stimuleren om bij te dragen aan het publieke erfgoed. In ruil voor hun werk krijgen ze een beperkte monopoliepositie die betrekking heeft op hun creatieve product. Tot zeventig jaar na de dood van de artiest is zijn werk nog beschermd; pas na al die jaren wordt het publiek eigendom. Dit lijkt de creativiteit om van oude muziek iets nieuws te maken, niet echt te bevorderen. Een liedje uit de jaren ’90 is pas in 2060 (!) vrij om te gebruiken.
De kritische invalshoek van het beschouwen van auteursrecht als beperking, vind ik beter dan de economische invalshoek van Brein. Ik vond het echt jammer dat Tim Kuik niet werkelijk inging op de vraag waar het ‘probleem’ vandaan komt en hoe het zit met de gedateerdheid van de auteursrechtwet. Daarnaast had zijn presentatie meer weg van een informatiebrochure dan van een gloedvol betoog. Hoewel dat laatste nog wel ergens te begrijpen is als je weet dat je voor een zaal vol ‘piraten’ spreekt.


Literatuur

  • McLeod, K. “Confessions of an Intellectual (Property): Danger Mouse, Mickey Mouse, Sonny Bono, and My Long and Winding Path as a Copyright Activist – Academic.” Popular Music and Society 28 (2005): 79-93.
  • Rodman, G.B. & C. Vanderdonckt. “MUSIC FOR NOTHING OR, I WANT MY MP3, The regulation and recirculation of affect.” Cultural Studies 20, 2-3 (2006): 245-261.
  • Stichting Brein, homepage, http://brein.info/home/home.asp (laatst bezocht op 6 oktober 2010).


Geen opmerkingen:

Een reactie posten